gooide af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gooi·de af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afgooien |
gooide af
- enkelvoud verleden tijd van afgooien
- Ik gooide af.
- Jij gooide af.
- Hij, zij, het gooide af.
- Ik gooide af.
vervoeging van |
---|
afgooien |
gooide af