glampeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: glampeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- glam·peer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
glamperen |
glampeerde
- enkelvoud verleden tijd van glamperen
- Ik glampeerde.
- Jij glampeerde.
- Hij, zij, het glampeerde.
- Ik glampeerde.