Naar inhoud springen

glampeer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • glam·peer

Werkwoord

vervoeging van
glamperen

glampeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glamperen
    • Ik glampeer. 
  2. gebiedende wijs van glamperen
    • Glampeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glamperen
    • Glampeer je? 

Gangbaarheid