gladmaakte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gladmaakte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- glad·maak·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gladmaken |
gladmaakte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van gladmaken
- ... dat ik gladmaakte.
- ... dat jij gladmaakte.
- ... dat hij, zij, het gladmaakte.
- ... dat ik gladmaakte.