gevangenzet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gevangenzet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·van·gen·zet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gevangenzetten |
gevangenzet
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangenzetten
- ... dat ik gevangenzet.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangenzetten
- ... dat jij gevangenzet.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangenzetten
- ... dat hij gevangenzet.