gevangenhoudt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·van·gen·houdt

Werkwoord

vervoeging van
gevangenhouden

gevangenhoudt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangenhouden
    • ... dat jij gevangenhoudt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gevangenhouden
    • ... dat hij gevangenhoudt.