generalicen

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
generalizar

generalicen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van generalizar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van generalizar