geelde
Uiterlijk
- geel·de
vervoeging van |
---|
gelen |
geelde
- enkelvoud verleden tijd van gelen
- Ik geelde.
- Jij geelde.
- Hij, zij, het geelde.
- Ik geelde.
- Het woord geelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
gelen |
geelde