gaslaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·slaat

Werkwoord

vervoeging van
gaslaan

gaslaat

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaslaan
    • ... dat jij gaslaat. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaslaan
    • ... dat hij gaslaat. 

Gangbaarheid