Naar inhoud springen

galoppeerde

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 29 apr 2017 om 13:46 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • ga·lop·peer·de
vervoeging van
galopperen

galoppeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van galopperen
    • Ik galoppeerde. 
    • Jij galoppeerde. 
    • Hij, zij, het galoppeerde.