fuguen

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
fugar

fuguen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van fugar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van fugar
vervoeging van
fugarse

fuguen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van fugarse
  2. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van fugarse