formaliseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- for·ma·li·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
formaliseren |
formaliseerde
- enkelvoud verleden tijd van formaliseren
- Ik formaliseerde.
- Jij formaliseerde.
- Hij, zij, het formaliseerde.
- Ik formaliseerde.