formaliseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • for·ma·li·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
formaliseren

formaliseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van formaliseren
    • Ik formaliseerde. 
    • Jij formaliseerde. 
    • Hij, zij, het formaliseerde.