flisebelægninger

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • fli·se·be·læg·nin·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

flisebelægninger, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van flisebelægning