fliegt

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • fliegt
Naar frequentie 2033

Werkwoord

er, sie es fliegt

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fliege

Werkwoord

dihr, der fliegt

  1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fliege (lokale variant)
Schrijfwijzen

Werkwoord

ihr, er fliegt

  1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fliege (lokale variant)
Schrijfwijzen

Werkwoord

er, sie, es fliegt

  1. derde persoon enkelvoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fliege

Werkwoord

dihr, der fliegt

  1. tweede persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fliege (lokale variant)
Schrijfwijzen

Werkwoord

ihr, er fliegt

  1. tweede persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fliege (lokale variant)
Schrijfwijzen