flexibiliseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flexi·bi·li·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
flexibiliseren |
flexibiliseerden
- meervoud verleden tijd van flexibiliseren
- Wij flexibiliseerden.
- Jullie flexibiliseerden.
- Zij flexibiliseerden.
- Wij flexibiliseerden.