Naar inhoud springen

fleurde

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 18 aug 2017 om 20:06 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *fleur·de {{-verb-|0}} {{ovt-enk|fleuren}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fleur·de

Werkwoord

vervoeging van
fleuren

fleurde

  1. enkelvoud verleden tijd van fleuren
    • Ik fleurde. 
    • Jij fleurde. 
    • Hij, zij, het fleurde.