flarf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flarf
Werkwoord
vervoeging van |
---|
flarfen |
flarf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flarfen
- Ik flarf.
- gebiedende wijs van flarfen
- Flarf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flarfen
- Flarf je?
Gangbaarheid
- Het woord flarf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.