flapperden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: flapperden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- flap·per·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
flapperen |
flapperden
- meervoud verleden tijd van flapperen
- Wij flapperden.
- Jullie flapperden.
- Zij flapperden.
- Wij flapperden.