fladderde langs

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flad·der·de langs

Werkwoord

vervoeging van
langsfladderen

fladderde langs

  1. enkelvoud verleden tijd van langsfladderen
    • Ik fladderde langs. 
    • Jij fladderde langs. 
    • Hij, zij, het fladderde langs.