fijntrapte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fijntrapte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fijn·trap·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fijntrappen |
fijntrapte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van fijntrappen
- ... dat ik fijntrapte.
- ... dat jij fijntrapte.
- ... dat hij, zij, het fijntrapte.
- ... dat ik fijntrapte.