Naar inhoud springen

fietsenmakertje

Uit WikiWoordenboek
Versie door Marcel coenders (overleg | bijdragen) op 29 feb 2016 om 23:18 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} {{-syll-}} *fiet·sen·ma·ker·tje {{-noun-|0}} {{noun-dim|fietsenmaker}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fiet·sen·ma·ker·tje

Zelfstandig naamwoord

het fietsenmakertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fietsenmaker