feuilleteerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- feuil·le·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
feuilleteren |
feuilleteerde
- enkelvoud verleden tijd van feuilleteren
- Ik feuilleteerde.
- Jij feuilleteerde.
- Hij, zij, het feuilleteerde.
- Ik feuilleteerde.