feuilleteerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • feuil·le·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
feuilleteren

feuilleteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van feuilleteren
    • Ik feuilleteerde. 
    • Jij feuilleteerde. 
    • Hij, zij, het feuilleteerde.