führtest ab

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: / ˈfyːɐ̯təst ap /
Woordafbreking
  • führ·test ab

Werkwoord

führtest ab

  1. (hoofdzin) tweede persoon enkelvoud aantonende wijs verleden tijd van abführen
  2. (hoofdzin) tweede persoon enkelvoud aanvoegende wijs II verleden tijd van abführen