exacerbeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: exacerbeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- exa·cer·beer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
exacerberen |
exacerbeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exacerberen
- Ik exacerbeer.
- gebiedende wijs van exacerberen
- Exacerbeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exacerberen
- Exacerbeer je?