euthanaseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eu·tha·na·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
euthanaseren |
euthanaseerde
- enkelvoud verleden tijd van euthanaseren
- Ik euthanaseerde.
- Jij euthanaseerde.
- Hij, zij, het euthanaseerde.
- Ik euthanaseerde.