espetábamos

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
espetar

espetábamos

  1. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van espetar
vervoeging van
espetarse

espetábamos

  1. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van espetarse