epateerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: epateerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- epa·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
epateren |
epateerden
- meervoud verleden tijd van epateren
- Wij epateerden.
- Jullie epateerden.
- Zij epateerden.
- Wij epateerden.