enthousiasmeer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- en·thou·si·as·meer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
enthousiasmeren |
enthousiasmeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van enthousiasmeren
- Ik enthousiasmeer.
- gebiedende wijs van enthousiasmeren
- Enthousiasmeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van enthousiasmeren
- Enthousiasmeer je?