engarcéis
Uiterlijk
| vervoeging van |
|---|
| engarzar |
engarcéis
- aanvoegende wijs tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van engarzar
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van engarzar
| vervoeging van |
|---|
| engarzarse |
engarcéis
- aanvoegende wijs tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van engarzarse
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van engarzarse