encarasen

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
encarar

encarasen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van encarar
vervoeging van
encararse

encarasen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van encararse