encanailleerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·ca·nail·leer·den

Werkwoord

vervoeging van
encanailleren

encanailleerden

  1. meervoud verleden tijd van encanailleren
    • Wij encanailleerden. 
    • Jullie encanailleerden. 
    • Zij encanailleerden. 

Gangbaarheid