Naar inhoud springen

encaja

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
encajar

encaja

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van encajar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van encajar
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=encaja&oldid=3264629"