echelonneer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: echelonneer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- eche·lon·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
echelonneren |
echelonneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van echelonneren
- Ik echelonneer.
- gebiedende wijs van echelonneren
- Echelonneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van echelonneren
- Echelonneer je?
Gangbaarheid
- Het woord echelonneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.