Naar inhoud springen

duwde open

Uit WikiWoordenboek
Versie door Marcel coenders (overleg | bijdragen) op 24 jun 2018 om 00:42 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} {{-syll-}} *duw·de open {{-verb-|0}} {{ovt-enk|openduwen}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • duw·de open

Werkwoord

vervoeging van
openduwen

duwde open

  1. enkelvoud verleden tijd van openduwen
    • Ik duwde open. 
    • Jij duwde open. 
    • Hij, zij, het duwde open.