duwde omhoog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- duw·de om·hoog
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omhoogduwen |
duwde omhoog
- enkelvoud verleden tijd van omhoogduwen
- Ik duwde omhoog.
- Jij duwde omhoog.
- Hij, zij, het duwde omhoog.
- Ik duwde omhoog.
vervoeging van |
---|
omhoogduwen |
duwde omhoog