dulcificaban

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
dulcificar

dulcificaban

  1. derde persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van dulcificar
vervoeging van
dulcificarse

dulcificaban

  1. derde persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van dulcificarse