Naar inhoud springen

duizelde

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 5 jun 2017 om 19:49
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dui·zel·de

Werkwoord

vervoeging van
duizelen

duizelde

  1. onpersoonlijke verleden tijd van duizelen
vervoeging van
duizelen

duizelde

  1. enkelvoud verleden tijd van duizelen
    • Ik duizelde. 
    • Jij duizelde. 
    • Hij, zij, het duizelde.