drukte dicht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- druk·te dicht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dichtdrukken |
drukte dicht
- enkelvoud verleden tijd van dichtdrukken
- Ik drukte dicht.
- Jij drukte dicht.
- Hij, zij, het drukte dicht.
- Ik drukte dicht.
vervoeging van |
---|
dichtdrukken |
drukte dicht