draadsnijdt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: draadsnijdt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- draad·snijdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
draadsnijden |
draadsnijdt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van draadsnijden
- ... dat jij draadsnijdt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van draadsnijden
- ... dat hij draadsnijdt.