dopravili

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /dɔpravɪlɪ/
Woordafbreking
  • do·pra·vi·li

Werkwoord

dopravili

  1. bezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord dopravit
  2. bezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord dopravit
Gelijkklinkende woorden