doorvertaalt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·ver·taalt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorvertalen |
doorvertaalt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvertalen
- ... dat jij doorvertaalt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvertalen
- ... dat hij doorvertaalt.
Gangbaarheid
- Het woord doorvertaalt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.