Naar inhoud springen

doortrok

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 16 feb 2016 om 01:45 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • door·trok
vervoeging van
doortrekken

doortrok

  1. enkelvoud verleden tijd van doortrekken
    • Ik doortrok. 
    • Jij doortrok. 
    • Hij, zij, het doortrok. 
vervoeging van
doortrekken

doortrok

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doortrekken
    • ... dat ik doortrok. 
    • ... dat jij doortrok. 
    • ... dat hij, zij, het doortrok.