doorspit
- door·spit
vervoeging van |
---|
doorspitten |
doorspit
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspitten
- ... dat ik doorspit.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspitten
- ... dat jij doorspit.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspitten
- ... dat hij doorspit.