doorspeel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  doorspeel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• door·speel

Werkwoord

vervoeging van
doorspelen

doorspeel

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspelen
   

   • ... dat ik doorspeel. 

Gangbaarheid

• Het woord doorspeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.