doorsnuffelden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·snuf·fel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorsnuffelen |
doorsnuffelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorsnuffelen
- ...dat wij doorsnuffelden.
- ...dat jullie doorsnuffelden.
- ...dat zij doorsnuffelden.
- ...dat wij doorsnuffelden.
vervoeging van |
---|
doorsnuffelen |
doorsnuffelden
- meervoud verleden tijd van doorsnuffelen
- Wij doorsnuffelden.
- Jullie doorsnuffelden.
- Zij doorsnuffelden.
- Wij doorsnuffelden.
Gangbaarheid
- Het woord doorsnuffelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.