doorsnuffelde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·snuf·fel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorsnuffelen |
doorsnuffelde
- enkelvoud verleden tijd van doorsnuffelen
- Ik doorsnuffelde.
- Jij doorsnuffelde.
- Hij, zij, het doorsnuffelde.
- Ik doorsnuffelde.