doorschemert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·sche·mert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorschemeren |
doorschemert
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorschemeren
- ... dat jij doorschemert.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorschemeren
- ... dat hij doorschemert.