doormaten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·ma·ten

Werkwoord

vervoeging van
doormeten

doormaten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doormeten
    • ...dat wij doormaten. 
    • ...dat jullie doormaten. 
    • ...dat zij doormaten.