Naar inhoud springen

doorklonken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·klon·ken

Werkwoord

vervoeging van
doorklinken

doorklonken

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorklinken
    • ...dat wij doorklonken. 
    • ...dat jullie doorklonken. 
    • ...dat zij doorklonken. 

Gangbaarheid