doordronken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·dron·ken

Werkwoord

vervoeging van
doordrinken

doordronken

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doordrinken
    • ...dat wij doordronken. 
    • ...dat jullie doordronken. 
    • ...dat zij doordronken. 

Gangbaarheid